-
1 kermisvolk
-
2 rondleiden
1 [in een kring leiden] lead round2 [overal heen leiden] show/take round♦voorbeelden:2 mensen in een museum rondleiden • show/take people round a museum -
3 uiterlijk
uiterlijk1〈 het〉♦voorbeelden:mensen op hun uiterlijk beoordelen • judge people by their looks2 dat is alleen maar voor het uiterlijk • that's just for appearance' sake/for show————————uiterlijk21 [uitwendig] outward, external ⇒ exterior♦voorbeelden:II 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 uiterlijk scheen hij kalm • he appeared undisturbed, outwardly he seemed calm enough2 uiterlijk drie maanden na het sluiten van de boeken • at most three months/a maximum of three months after closing the accountsuiterlijk (op) 1 november • not later than November 1tot uiterlijk 10 juli • until July 10 at the latest -
4 plaats
1 [punt/gebied op aarde/in de ruimte] place2 [plek op een oppervlak] place5 [juiste plek/ruimte] place6 [stad] town13 [landgoed] place in the country♦voorbeelden:plaats en datum • time and placede plaats van handeling • the scene of the actioneen plaatsje onder de zon • a place in the sunje kunt niet op twee plaatsen tegelijk zijn • one can't be in two places at oncede vaas stond niet op haar plaats • the vase was not in its usual placevan plaats veranderen • change one's place4 een grote/belangrijke plaats innemen (in/op) • occupy a major/an important place (in)zijn plaats afstaan voor • give one's place tois hier nog plaats? • 〈in trein/bioscoop enz.〉 is there a seat free?; 〈 op boot〉 is there a berth free?plaats maken (voor iemand) • make room (for someone)een plaats openlaten (voor) • keep a space (free) (for)zich een plaats veroveren als • establish oneself aszijn plaats niet weten • not know one's placezich ergens op z'n plaats voelen • feel one belongs somewhereop uw plaatsen! klaar, af • on your marks, get set, goiemand op z'n plaats zetten • put someone in his place; 〈 figuurlijk〉 take someone down a peg or two, put someone in his/her proper placeniet op zijn plaats zijn 〈van opmerking e.d.〉 • be out of place, be uncalled forneemt u a.u.b. plaats • please take your seatsiemand naar zijn plaats brengen • show someone to his placetot de laatste plaats bezet • filled to capacity〈 figuurlijk〉 op de eerste plaats komen • come first, take first place¶ voor iets/iemand in de plaats komen • take something/someone's place, replace something/someonein plaats van • instead ofstel je(zelf) in mijn plaats • put yourself in my place -
5 beurs
beurs1〈de〉2 [gebouw] Stock Exchange5 [portemonnee] purse6 [dierkunde] pouch♦voorbeelden:een beurs krijgen • get a grantzijn beurs spekken • line one's purseeen aanslag op iemands beurs • a strain on someone's resources————————beurs2♦voorbeelden: -
6 duur
duur1〈de〉1 [tijdruimte die iets beslaat] duration ⇒ length, 〈 met betrekking tot apparatuur〉 life, 〈 met betrekking tot gevangenisstraf, ambt〉 term2 [tijd dat men het ergens uithoudt] 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:het geschil is al van lange duur • the dispute is of long standingvoor onbepaalde duur in staking gaan • strike for an indefinite periodop de lange duur • in the long run, finallyhet leven is kort van duur • life is short————————duur22 [zwaarwegend, bindend] solemn♦voorbeelden:dure gewoontes • expensive/luxurious habitseen duur hotel • an expensive/plush hotelaan de dure kant • on the pricey sideeen dure tijd • a period/time of high pricesdure vaklui • highly-paid craftsmendie auto is duur (in het gebruik) • that car is expensive to runde stookolie wordt weer duurder • heating oil is going up againhoe duur is die fiets? • how much is that bicycle?dat is te duur voor mij/me te duur • I can't afford itergens duur mee uit zijn • get a bad bargaineen dure plicht • a bounden duty3 dure mensen • chic/posh peoplehij gebruikt graag dure woorden • he likes to use big wordsII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 onze duur betaalde/bevochten vrijheid • our dearly bought/hard-won freedomiets duur betalen • pay a high price for something 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 pay dearly for something -
7 hart
1 [spier, hartstreek; innerlijk gemoed] heart2 [gezindheid, vriendschap] heart4 [als voedsel; iets met hartvorm] heart♦voorbeelden:in de grond van mijn hart • in my heart of heartsuit de grond van zijn hart • from the bottom of one's hearthij is een jager in hart en nieren • he is a hunter in heart and soulde stem van zijn hart volgen • follow (the voice of) one's heartmet hart en ziel • with all one's heart, with heart and soulzich met hart en ziel wijden aan iets • put one's heart and soul into something, devote one's heart and soul to somethingmet een gerust hart • with an easy mindhet komt uit een goed hart • it's meant wellhet heilig hart • the Sacred Hearteen zwak hart hebben • have a weak heartiemands hart breken • break someone's heart〈 figuurlijk〉 ik hield mijn hart vast • my heart missed a beat, my heart was in my mouth〈 figuurlijk〉 je houdt je hart vast bij de gedachte dat • it's just too awful to think what might happen ifmet kloppend hart • with pounding heart〈 figuurlijk〉 het hart klopte hem in de keel • his heart was in his throat/mouthje kunt je hart ophalen • you can enjoy it to your heart's contenthaar hart stond even stil/sloeg over • her heart missed a beatzijn hart uitstorten • pour out/unburden/open one's heart (to someone)zijn hart aan iemand verloren hebben • have lost one's heart to someonezijn hart aan iets verpanden • lose one's heart to somethinghet aan het hart hebben • have a heart conditioniemand na aan het hart liggen • be very dear to someone hearthet gaat mij toch aan het hart • it really touches medat gaat hem aan het hart • it (really) hurts/grieves him(diep) in zijn hart hield hij nog steeds van haar • in his heart (of hearts) he still loved herdat is een man naar mijn hart • he's a man after my heartiets op zijn hart hebben • have something on one's mindiemand iets op het hart drukken • impress something on someone('s mind)zeg maar wat je op het hart hebt • get it off your chesthet hart op de tong hebben/dragen • wear one's heart on one's sleevemet de hand over het hart strijken • show mercyvan zijn hart geen moordkuil maken • make no disguise of one's feelingsdat moet mij toch van het hart • I just have to get this off my chest〈 spreekwoord〉 waar het hart van vol is, loopt de mond van over • what the heart thinks, the tongue speaksiemand geen kwaad hart toedragen • bear someone no ill williets een warm hart toedragen • be well disposed towards somethinghart voor een zaak hebben • have one's heart in a matterde harten van de mensen veroveren • capture people's hearts3 heb het hart eens! • don't you dare!, just you try it!iemand een hart onder de riem steken • hearten someone, buck someone uphet hart zonk hem in de schoenen • he lost heart, his heart sank into his bootsde schrik sloeg hem om het hart • his heart missed a beat/was in his mouth5 in het hart(je) van de stad wonen • live in the heart/centre of the cityiets van ganser harte doen • do something wholeheartedlyhet ging niet van ganser harte • it was only halfheartedlyiets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • not find it in one's heart to do somethingiets ter harte nemen • take something to heartdat gaat mij zeer ter harte • I have that very much at heartvan harte gefeliciteerd • my warmest congratulationshij deed het, maar het ging niet van harte • he did it, but his heart wasn't in it -
8 leren
leren1〈bijvoeglijk naamwoord; alleen attributief〉1 leather♦voorbeelden:————————leren21 [kundigheid, kennis verwerven (van)] learn ((how) to do)2 [doen inzien] teach♦voorbeelden:een vak leren • learn a tradedat moet je leren eten • that's an acquired tasteiemand leren kennen • get to know someoneop dat gebied kun je nog heel wat van hem leren • he can still teach you a thing or twowe kunnen van hem nog wel iets leren • we still have something to learn from himmet iets leren leven • learn to live with somethingleren lopen • learn to walkhij wil leren schaatsenrijden • he wants to learn (how) to ice-skatehij leert moeilijk/vlot • he's a slow/fast learnersommige mensen leren het nooit • some people just never learniets perfect leren (beheersen) • master somethingdoor ervaring leren • learn by experienceeen mens is nooit te oud om te leren • one is never too old to learnuit die roman leren we dat … • that novel teaches us that …van zijn ervaringen leren • learn from one's experiencesiets al doende leren • pick something up as you go alongiets van buiten/uit het hoofd leren • learn something by heart2 de ervaring leert … • experience teaches …dat zal je leren • that'll teach youik zal je leren (dat arme dier te plagen) • I'll teach you (to tease that poor animal)3 haar kinderen kunnen goed/niet leren • her children are good/no good at schoolvoor dokter leren • study to be a doctorhij heeft weinig geleerd • he's had little (formal) schoolingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [onderrichten omtrent] teach (something to someone/someone (how) to do something)♦voorbeelden:iemand leren lezen en schrijven • teach someone to read and write2 waar heb jij zo leren vloeken? • where did you pick up such swearwords?hij leert het al aardig • he's beginning to get the hang of it -
9 mensen in een museum rondleiden
mensen in een museum rondleidenshow/take people round a museumVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mensen in een museum rondleiden
-
10 waartoe
2 [betrekkelijk] (which/that) … for/to3 [onbepaald] whatever … for/to♦voorbeelden:waartoe zijn wij op aarde? • why are we here?2 men weet niet waartoe de armoede iemand brengen kan • people don't know what poverty can reduce you to/to what poverty can reduce youlaten zien waartoe men in staat is • show what one is capable of -
11 wil
♦voorbeelden:met de beste wil van de wereld kan ik niet komen • I couldn't come with the best will in the worldhet was haar eigen wil • it was her own wisheen/geen eigen wil hebben • have a/no mind of one's own(mensen) van goede wil • (people) of goodwillvol goede wil • full of good willmet een beetje goeie wil gaat het best • with a little good will it'll all work outzijn laatste wil • one's last will (and testament)een sterke wil hebben • be strong-willediets uit (eigen) vrije wil doen • do something of one's own free willde vrije wil • free williemands wil doen • do someone's willuw wil geschiede • thy will be donezijn wil is wet • his word is lawzijn goede wil tonen • show one's good will(voor) elk wat wils • something for everybodytegen de wil van iemand ingaan • go against someone's wishesiemand ter wille zijn • do someone a favour
См. также в других словарях:
Show People — (titre original) est un film muet américain réalisé par King Vidor en 1928. Sommaire 1 Synopsis 2 Fiche technique 3 Distribution 4 … Wikipédia en Français
Show People — Infobox Film name = Show People caption = director = King Vidor producer = Irving Thalberg writer = narrator = starring = Marion Davies William Haines Charles Chaplin (uncredited) music = cinematography = John Arnold editing = Hugh Wynn… … Wikipedia
Show People — Filmdaten Deutscher Titel: Es tut sich was in Hollywood Originaltitel: Show People Produktionsland: USA Erscheinungsjahr: 1928 Länge: 82 Minuten Originalsprache: Englisch … Deutsch Wikipedia
Show People — Voir Mirages … Dictionnaire mondial des Films
People Are Bunny — is a 1959 Warner Bros. cartoon starring Bugs Bunny and Daffy Duck, along with an appearance by a caricature of Art Linkletter named Art Lamplighter . People Are Bunny is a takeoff of the Art Linkletter show People Are Funny where people do… … Wikipedia
show somebody off — ˌshow sb/sthˈoff derived to show people sb/sth that you are proud of • She wanted to show off her new husband at the party. • show somebody off how, what, etc… He likes to show off how well he speaks French. Main entry: ↑showderived … Useful english dictionary
show — show1 [ ʃou ] (past tense showed; past participle shown [ ʃoun ] ) verb *** ▸ 1 prove something is true ▸ 2 give information ▸ 3 behave in particular way ▸ 4 let someone see something ▸ 5 give instructions, etc. ▸ 6 lead someone somewhere ▸ 7 be… … Usage of the words and phrases in modern English
show */*/*/ — I UK [ʃəʊ] / US [ʃoʊ] verb Word forms show : present tense I/you/we/they show he/she/it shows present participle showing past tense showed past participle shown UK [ʃəʊn] / US [ʃoʊn] 1) [transitive] to prove that something exists or is true The… … English dictionary
People! — Infobox Musical artist Name =People! Img capt = Img size = Landscape = Background =group or band Birth name = Alias = Origin =San Jose, USA Instrument = Voice type = Genre = Occupation = Years active =1960s Label =Capitol, Paramount Associated… … Wikipedia
show off — phrasal verb Word forms show off : present tense I/you/we/they show off he/she/it shows off present participle showing off past tense showed off past participle shown off 1) [intransitive] showing disapproval to behave in a way that is intended… … English dictionary
ˌshow sth ˈoff — phrasal verb to show people something that you are very proud of so that they will admire it Young musicians will get the chance to show off their musical skills.[/ex] … Dictionary for writing and speaking English